In de verschillende regio’s of subregio’s moeten de lidstaten eetbare weefsels (spieren, lever, hom, vlees, zachte stukken, naar gelang van toepassing) van vissen, schaaldieren, weekdieren en stekelhuidigen, alsmede zeewieren die in de natuur gevangen of geoogst worden, controleren op de mogelijke aanwezigheid van stoffen waarvoor maximumniveaus zijn vastgesteld op Europees, regionaal of nationaal niveau voor producten die bestemd zijn voor menselijke consumptie.
In the different regions or sub-regions, Member States need to monitor in edible tissues (muscle, liver, roe, flesh, soft parts as appropriate) of fish, crustaceans, molluscs and echinoderms, as well as seaweed, caught or harvested in the wild, the possible presence of substances for which maximum levels are established at European, regional, or national level for products destined to human consumption.