CP. overwegende dat de vierde wijziging van de Basiswet, goedgekeurd twee weken na de uitspraak van het Grondwettelijk Hof, een aanpassing inhield van artikel VII van de Basiswet waarmee de bevoegdheid van het parlement om organieke wetten vast te stellen en bepaalde organisaties die religieuze activiteiten ontplooien te erkennen als kerk, werd opgewaardeerd tot grondwettelijk niveau, daarmee ingaand tegen de uitspraak van het Grondwettelijk Hof;
CP. whereas the Fourth Amendment to the Fundamental Law, adopted two weeks after the decision of the Constitutional Court, amended Article VII of the Fundamental Law and elevated to the level of the constitution the power of the parliament to pass cardinal laws in order to recognise certain organisations engaged in religious activities as churches, thus overruling the Constitutional Court’s decision;