14. benadrukt eveneens dat volgens de Unctad de vo
ortijdige en snelle handelsliberalisering waartoe veel ontwikkelingslanden met lage inkomsten werden aangezet in de jaren tachtig en negentig, heeft geleid tot de-industrialisering en een vorm van integratie die hun afhankelijkheid van en kwetsbaarheid voor buitenlandse markten heeft versterkt, terwijl de landen die het meest hebben geprofiteerd van handelsliberalisering en de grootste absolute armoedevermindering hebben ondervonden, de landen zijn die hun economie in beperkte mate en geleidelijk hebben opengesteld, gelijke tred houdend met de ontwikkeling van hun productiecapaciteit, waa
...[+++]rbij zij vooruitgang hebben geboekt in de richting van structurele veranderingen;
14. Emphasises also Unctad’s argument that the premature and rapid trade liberalisation that many low-income developing countries were encouraged to undertake in the 1980s and 1990s led to de-industrialisation and a form of integration that intensified their dependence on, and vulnerability to, external markets, while the countries that have benefited the most from trade liberalisation and have experienced the largest reductions in absolute poverty are those that have opened their economies moderately and gradually in line with the development of their productive capacities, and have made progress towards structural transformation;