Indien van toepassing, wordt er een voldoende rustperiode in acht genomen alvorens vee op weiden, akkers en oogstrestanten en tussen beweidingsperioden te laten grazen om biologische kruisverontreiniging door mest - waar dit een probleem kan zijn - tot een minimum te beperken en ervoor te zorgen dat de wachttijden voor landbouwchemicaliën in acht worden genomen.
Where appropriate, an adequate rest period shall be observed before allowing livestock to graze on pasture, crops and crop residues and between grazing rotations to minimise biological cross-contamination from manure, where such a potential problem exists, and to ensure that the withholding periods for agricultural chemical applications are observed.