52. wijst erop dat maatregelen ten behoeve van de biodiversiteit ook onontbeerlijk zijn in andere sectoren dan de landbouw; wijst erop dat wegbermen, spoorbermen, open stroken in het bos voor leidingen voor energietransport en particuliere en openbare tuinen aanzienlijke oppervlakten vormen, waar een met een doordacht beheer de hoeveelheid stuifmeel en nectar voor bijen en andere bestuivende insecten sterk kan worden verhoogd; is van mening dat de bedoelde ontwikkeling moet passen in het kader van een harmonieuze ruimtelijke ordening waarbij met name de verkeersveiligheid gegarandeerd is;
52. Recalls that measures to promote biodiversity are also vital in the non-farm sector; notes that green spaces along roads, verges of railway lines, forest cuttings for energy transmission networks and public and private gardens cover substantial areas where rational management methods can considerably increase pollen and nectar resources for bees and pollinating insects; considers that this development should be pursued in the context of harmonious land management, which in particular maintains road safety;