1. Wanneer het besluit om een niet begeleide minderjarige toe te vertr
ouwen aan een ander familielid dan zijn vader, moeder of wettelijke voogd tot bijzondere moeilijkheden zou kunnen leiden, met name wanneer de betrokken volwassene woont buiten het rechtsgebied van de lidstaat waar de minde
rjarige asiel heeft aangevraagd, wordt de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, in het bijzonder de autoriteiten of rechterlijke instanties die belast zijn met de bescherming van de minderjarigen, vergemakkelijkt en worden
...[+++]de nodige maatregelen genomen om het deze autoriteiten mogelijk te maken zich met de vereiste kennis van zaken uit te spreken over het vermogen van de betrokken volwassene(n) om de minderjarige, onder voorwaarden die in overeenstemming zijn met zijn belang, onder zijn/hun hoede te nemen.1. Where the decision to entrust the care of an unaccompanied minor to a relative other than the mother, father or legal guardian is likely to cause particular difficulties, particularly where the adult concerned resides outside the jurisdiction of the Member State in which the minor has applied for asylum, cooperation between the competent authorities in the Member States, in particular the authorities or courts responsible for the protection
of minors, shall be facilitated and the necessary steps taken to ensure that those authorities can decide, with full knowledge of the facts, on the ability of the adult or adults concerned to take
...[+++]charge of the minor in a way which serves his best interests.