S. benadrukkend dat de interpretatie van elementen die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat er sprake is van directe of indirecte discriminatie, overeenkomstig het nationale recht of nationale praktijken plaatsvindt, en dat het momenteel aan de lidstaten wordt overgelaten of zij een beroep doen op statistische gegevens als bewijs om indirecte discriminatie vast te stellen, wat niet alleen in ongelijkheid resulteert, maar het ook onmogelijk maakt om in lidstaten waar dit niet wordt gedaan bepaalde vormen van indirecte discriminatie aan het licht te brengen,
S. pointing out that elements which may point to the existence of direct or indirect discrimination are interpreted in accordance with national law or national practices and that as things currently stand the use of statistics as evidence for the purpose of proving indirect discrimination is left to the Member States" discretion, which not only leads to a degree of disparity but also makes it impossible in the Member States in which such a practice is not recognised for certain forms of indirect discrimination to be reported,