3. is ten zeerste bezorgd over het feit dat de begrotingsdebatten in de Raad reeds jaren worden o
verschaduwd door de logica van een „goede opbrengst” in plaats van de logica van de Europese meerwaarde; is van mening dat, waar dit soort debat reeds bestond vóór de invoering van op het bbi gebaseerde middelen, deze situatie nog veel erger is geworden door het huidige financieringsstelsel
van de EU, waarbij ongeveer 74% van de inkomsten afkomstig is uit nationale bijdragen op grond van het bbi in plaats van uit echte eigen middelen, zoa
...[+++]ls is voorzien in het Verdrag van Rome en alle daaropvolgende EU-Verdragen; is van mening dat een dergelijk systeem te veel de nadruk legt op het netto-evenwicht tussen de lidstaten en heeft geleid tot de gestage invoering van complexe en vage kortingen en andere correctiemechanismen in het kader van de financiering van de EU-begroting; 3. Is deeply concerned at the fact that budgetary deb
ates in the Council have been for many years poisoned by the logic of ‘fair returns’ instead of being driven by the logic of the European added-value; considers that, while this debate already existed before the introduction of a GNI-based resource, the situation has seriously intensified due to the current system of EU financing, whereby some 74 % of revenues stem from national contributions based on GNI instead of genuine own resources, as foreseen in the Treaty of Rome and all s
...[+++]uccessive EU Treaties; considers that such a system places disproportionate emphasis on net balances between the Member States and has led to the progressive introduction of complex and opaque rebates and other correction mechanisms for the financing of the EU budget;