Op grond van de richtlijn is octrooiering van bepaalde toepassingen, zoals procédés voor het kloneren van menselijke wezens of voor het wijzigen van hun genetische identiteit, het gebruik van menselijke embryo's voor industriële doeleinden en procédés voor het wijzigen van de genetische identiteit van dieren waarbij hen leed kan worden aangedaan zonder dat dit wezenlijke medische voordelen oplevert, om ethische redenen niet mogelijk.
The Directive also excludes from patenting on ethical grounds certain applications such as processes for cloning human beings or modifying their genetic identity, the use of human embryos for industrial purposes and processes for modifying the genetic identity of animals which may cause them suffering without substantial medical benefits.