De exploitant rekent ten minste de volgende potentiële bronnen van CO-uitstoot mee: verwarmingsketels, procesverhitters/-behandelingstoestellen, verbrandingsmotoren/turbines, installaties voor katalytische en thermische oxidatie, cokesroostovens, brandbluspompen, nood-/reservegeneratoren, fakkels, verbrandingsovens, krakers, installaties voor de productie van waterstof, Claus-procesinrichtingen, katalysatorregeneratie (door katalytisch kraken en andere katalytische processen) en cokers (flexicoking, delayed coking).
The operator shall include at least the following potential sources of CO emissions: boilers, process heaters/treaters, internal combustion engines/turbines, catalytic and thermal oxidisers, coke calcining kilns, firewater pumps, emergency/standby generators, flares, incinerators, crackers, hydrogen production units, Claus process units, catalyst regeneration (from catalytic cracking and other catalytic processes) and cokers (flexi-coking, delayed coking).