Gewassen te velde, staand hout en teelt van vis en andere dieren voor de voedselproduktie moeten gedurende het groeiproces worden behandeld als voorraden onderhanden werk; deze moeten worden omgezet in voorraden gereed produkt wanneer het groeiproces voltooid is.
Growing crops, standing timber and stocks of fish or animals reared for purposes of food should be treated as inventories of work-in-progress during the process, and transformed into inventories of finished products when the process is completed.