Het Verenigd Koninkrijk was van oordeel dat de referentiepercentag
es van de Commissie geen geldig vergelijkingspunt waren
om de rente voor de lening van 2001 te bepalen, met name omdat de rentevoeten van de Commissie zijn gebaseerd op een looptijd van vijf jaar en de bedoelde lening bestond uit een langetermijnschuld met looptijden die varieerden tussen 20 en 25 jaar, omdat de aan Royal Mail verstrekte lening werd verleend tegen commerciële rentevoeten die ook beschikbaar waren voor andere lan
...[+++]getermijnleners die zich in een soortgelijke situatie bevonden en omdat de rentecurve van het Verenigd Koninkrijk in 1999-2000 (de periode in het kader waarvan de rentevoet moet worden berekend) een neerwaartse trend vertoonde waardoor leningen voor bedrijven goedkoper werden.
The UK maintained that the Commission’s reference interest rates were not a valid comparator for the rates on the 2001 loan, in particular because the Commission’s rates are based on five year maturity dates and the loan in question consisted of long-term debt with a range of maturity dates between 20 and 25 years, because the loan advanced to Royal Mail reflected commercial rates available to similarly positioned long-term borrowers, and because the UK yield curve in 1999-2000 (the relevant period for calculating interest) was moving downwards making corporate borrowing cheaper.