3.2. Minstens drie tests bovenbeen-botslichaam tegen voorkant motorkap moeten worden uitgevoerd, een op elk derde van de voorkant motorkap, op plaatsen waar de kans op letsel het grootst wordt geacht.
3.2. A minimum of three upper legform to bonnet leading edge tests shall be carried out, one each to the middle and the outer thirds of the bonnet leading edge at positions judged to be the most likely to cause injury.