De lidstaten dringen sterk aan op meer flexibiliteit, d.w.z. met name loslating van de koppeling aan een as, uitbreiding van de termijn voor kennisgeving, mogelijkheid om de modulatiepercentages in de loop van de subsidieperiode aan te passen, sterkere regionalisering, enz.
Member States are strongly in favour of a further increase in flexibility, i.e. in particular the abandonment of the earmarking of funds for particular axes, an extension of the declaration period, the possibility of adjusting modulation rates during the financing period, greater regionalisation, etc.