Bemande motorvoertuigen van goederentreinen moeten met een zelfreddingstoestel voor de machinist en ander treinpersoneel zijn uitgerust. Deze toestellen moeten voldoen aan de eisen van hetzij de in aanhangsel A, index 2, genoemde specificatie of de in aanhangsel A, index 3, genoemde specificatie. De keuze voor een van die twee specificaties gebeurt door de spoorwegonderneming.
Manned traction units of freight trains shall be equipped with a self-rescue device for the driver and other persons on board, satisfying the specifications of either the specification referenced in appendix A, index 2 or the specification referenced in appendix A, index 3.