Pathologisch materiaal voor de bevestiging van M. bovis moet worden genomen van abnormale lymfeklieren en van parenchymateuze organen zoals de longen, de lever, de milt, enz. Wanneer het dier geen pathologische laesies vertoont, moeten van de retrofaryngeale, de bronchiale, de mediastinale, de supramammaire, de mandibulaire en enkele mesenteriale lymfeklieren en van de levermonsters worden genomen voor onderzoek en voor kweekdoeleinden.
Pathological material for the confirmation of M. bovis should be taken from abnormal lymph nodes and parenchymatous organs such as lungs, liver, spleen, etc. In the cases where the animal does not present pathological lesions, samples from the retropharyngeal, bronchial, mediastinal, supramammary, mandibular and some mesenteric lymph nodes and liver should be collected for examination and culture.