(15) Wanneer een lidstaat, op basis van een door een gekwalificeerde meteorologische inlichtingendienst verstrekte voorspelling van de omstandigheden op zee en van de weersgesteldheid, van oordeel is dat uitzonderlijk slecht weer en ruwe zee een ernstige bedreiging voor de veiligheid van mensenlevens of een gevaar van verontreiniging opleveren, kan hij alle passende maatregelen nemen, waaronder eventueel een verbod om uit te varen, totdat de toestand weer normaal is.
(15) Where a Member State considers, upon a sea state and weather forecast provided by a qualified meteorological information service, that exceptionally bad weather and sea conditions are creating a serious threat for the safety of human life or of pollution, it may take any appropriate measures, which might include a prohibition to leave port, until the situation returns to normal.