– gezien de toezeggingen van Iran in het kader van het Verdrag ter voorkoming van de verspreiding van kernwapens (non-proliferatieverdrag, NPV), en gezien het feit dat alle landen die partij zijn bij het NPV al hun verplichtingen volledig moeten nakomen, maar ook het recht hebben om overeenkomstig artikel I en II van het NPV voor vreedzame doeleinden en zonder discriminatie onderzoek te doen naar kernenergie en kernenergie te produceren en te gebruiken,
– having regard to Iran's commitment to the Treaty on the Non-Proliferation of Nuclear Weapons (NPT), to the need for all States Party to that Treaty to comply fully with all their obligations, and to the right of States Party, in conformity with Articles I and II of that Treaty, to develop research, production and use of nuclear energy for peaceful purposes without discrimination,