3. In afwijking van lid 1 behoeven de Lid-Staten voor het bepalen van de BTW-middelen geen rekening te houden met de handelingen die worden verricht door belastingplichtigen wier volgens de regels van artikel 24, lid 4, van Richtlijn 77/388/EEG bepaalde jaaromzet, niet meer dan 10 000 ecu bedraagt, omgerekend in nationale valuta tegen de gemiddelde koers van het betrokken begrotingsjaar; de Lid-Staten mogen de uit de omrekening resulterende bedragen met maximaal 10 % naar boven of naar beneden afronden.
3. By way of derogation from paragraph 1, Member States shall have the option of leaving out of account, for the purpose of determining VAT resources, the transactions of taxable persons whose annual turnover, determined in accordance with the rules laid down in Article 24 (4) of Directive 77/388/EEC, does not exceed ECU 10 000 converted into national currency at the average rate for the financial year concerned; Member States may round upwards or downwards, by up to 10 %, the amounts which result from the conversion.