Het feit dat een entiteit behoefte heeft aan noodliquiditeitssteun van een centrale bank, mag op zichzelf geen omstandigheid zijn die voldoende aantoont dat de entiteit niet in staat is of in de nabije toekomst niet in staat zal zijn aan haar verplichtingen te voldoen wanneer deze opeisbaar worden.
The need for emergency liquidity assistance from a central bank should not, per se, be a condition that sufficiently demonstrates that an entity is, or is likely in the near future to be, unable to pay its liabilities as they fall due. If that facility were guaranteed by a State, an entity accessing such a facility would be subject to State aid rules.