2. Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik waarvoor geen maximumwaarde is vastgesteld voor residuen bij paardachtigen, die niet zijn opgenomen in bijlage IV van Verordening (EEG) nr. 2377/90 of in artikel 13, lid 2, van onderhavige verordening, en die afwijkend worden gebruikt ("off-label"), zoals bepaald in artikel 1, lid 16, van Richtlijn 2001/82/EG, en overeenkomstig de "cascadeprocedures" van artikelen 10 en 11 van Richtlijn 2001/82/EG en niet intramusculair of onderhuids worden toegediend, hebben een nominale wachttijd van zes maanden.
2. Veterinary medicinal products which do not have a maximum residue limit for equidae, which are not included in Annex IV of Regulation (EEC) No 2377/90 or in Article 13(2) of this Regulation, and which are used "off-label", as defined in Article 1(16) of Directive 2001/82/EC, and under the provisions of Articles 10 and 11 in Directive 2001/82/EC and not administered intra-muscularly or subcutaneously, shall have a nominal withdrawal period of six months.