B. overwegende dat artikel 6, lid 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden bepaalt dat eenieder tegen wie een vervolging is ingesteld, onder meer het recht heeft om in een taal die hij verstaat en in bijzonderheden, op de hoogte te worden gesteld van de aard en de reden van de tegen hem ingebrachte beschuldiging, om te beschikken over de tijd en faciliteiten die nodig zijn voor de voorbereiding van zijn verdediging, om zichzelf te verdedigen of daarbij de bijstand te hebben van een raadsman naar eigen keuze of, indien hij niet over voldoende middelen beschikt om een raadsman te bekostigen, kosteloos door een toegevoegd advocaat te kunnen worden bijgestaan, om getuigen à charge en à déchar
ge op te r ...[+++]oepen, te ondervragen of te doen ondervragen en om zich kosteloos te doen bijstaan door een tolk, indien hij de taal die ter terechtzitting wordt gebezigd niet verstaat,B. whereas Article 6(3) of the European Convention for the Protection of Human Rights and Fundamental Freedoms guarantees everyone charged with a criminal offence the right to be informed, in a language which he understands, of the nature and cause of the accusation, to have adequate time to prepare his defence, to defend himself in person or through legal assistance of his own choosing or, if he has not sufficient means to pay for legal assistance, to be given it free, to examine or have examined witnesses against him and to obtain the attendance and examinat
ion of witnesses on his behalf and to have the free assistance of an interprete
...[+++]r should he not understand or speak the language used in court,