26. gelooft dat een omvattende aanpak van het externe optreden van de Unie onder meer vereist dat het GBVB en het Europees Nabuurschapsbeleid (ENB) beter op elkaar worden afgestemd en elkaar wederzijds versterken; verwelkomt in dit verband de gezamenlijke beleidsreactie van de Commissie en de EDEO op de gebeurtenissen in de zuidelijke buurlanden, blijkens de „gezamenlijke mededeling” van 25 mei 2011; is er voorts van overtuigd dat de multilaterale structuren van het ENB op een meer strategische wijze geconsolideerd en ontwikkeld moeten worden om effectief voortgang te kunnen maken met de prioriteiten van het buitenlands beleid van de Unie; voert aan dat, aangezien „doeltreffend multilateralisme” centraal staat in het externe optreden van
...[+++] de Unie, de EDEO en de Commissie moeten onderzoeken of het haalbaar is om de multilaterale overeenkomsten met de ENB-partners te gebruiken als kader voor de organisatie van de politieke betrekkingen in het bredere Europa; 26. Believes that a comprehensive approach to the Union‘s external action necessitates, inter alia , greater alignment and mutual reinforcement of the CFSP and the European Neighbourhood Policy (ENP); welcomes, in this context, the joint policy response of the Commiss
ion and the EEAS to events in the Southern Neighbourhood, exemplified by the ’Joint Communication‘ of 25 May 2011; believes, furthermore, that multilateral structures of the ENP ought to be consolidated and developed more strategically, so as to effectively advance the foreign policy priorities of the Union; contends that, given the centrality of ’effective multilateralis
...[+++]m‘ in the Union’s external action, the EEAS and the Commission should explore the viability of the ENP‘s multilateral track to serve as a framework for organising political relations in the wider Europe;