Dit houdt in dat de kredietinstelling de vordering moet opsplitsen in een gedeelte dat gedekt wordt door toelaatbare financiële zekerheden, een gedeelte dat gedekt wordt door kortlopende vorderingen, de gedeelten die worden gedekt door zekerheden in de vorm van zakelijk en/of niet-zakelijk onroerend goed, het gedeelte dat gedekt wordt door overige toelaatbare zekerheden, en het ongedekte gedeelte, naargelang van het geval.
That is, the credit institution must divide the exposure into the part covered by eligible financial collateral, the portion covered by receivables, the portions covered by commercial real estate property collateral and/or residential real estate property collateral, the part covered by other eligible collateral, and the unsecured portion, as relevant.