In gevallen waarin een lidstaat nalaat de nodige corrigerende maatregelen te treffen overeenkomstig een beslissing van de raad van bestuur als bedoeld in artikel 12, lid 6, of in geval van onevenredige migratiedruk aan de buitengrens waardoor de bewaking van de bu
itengrenzen zodanig onwerkzaam wordt dat de werking van het Schengengebied in gevaar komt, kan de Commissie, na raadpleging van het agentschap, door middel van een uitvoeringshandeling een besluit nemen tot vaststelling van de door het agentschap uit te voeren maatregelen, waarbij de betrokken lidstaat verplicht wordt medewerking te verlenen aan het agentschap bij de uitvoering
...[+++]van die maatregelen.
Where a Member State does not take the necessary corrective measures in accordance with a decision of the Management Board referred to in Article 12(6) or in the event of disproportionate migratory pressure at the external border, rendering the control of the external borders ineffective to such an extent that it risks putting in jeopardy the functioning of the Schengen area, the Commission, after consulting the Agency, may adopt a decision by means of an implementing act, identifying the measures to be implemented by the Agency and requiring the Member State concerned to cooperate with the Agency in the implementation of those measures.