Overwegende dat het Hof van Justitie bij zijn arrest van 15 januari 198
6 in de zaak 41/84 (Pinna) artikel 73, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 ongeldig heeft verklaard op grond van het feit dat het criterium van de plaats waar de gezinsleden van de migrerende werknemer wonen, dat in het bedoelde lid wordt gehanteerd om vast te stellen welke wetgeving van toepassing is op de voor deze werknemer geldende gezinsbijslagen, de door artikel 48 van het Verdrag voorgeschreven gelijke behandeling niet kan waarborgen en dus niet mag worden aangewend in het kader van de cooerdinatie van de nationale wettelijke regelingen waarin artikel 51 v
...[+++]an het Verdrag voorziet ter bevordering van het vrije verkeer van werknemers in de Gemeenschap overeenkomstig artikel 48; Whereas, by its judgment of 15 January
1986 in Case 41/84 (Pinna), the Court of Justice declared null and void Article 73 (2) of Regulation (EEC) No 1408/71 on the ground that the criterion of residence of the members of the family of the migrant worker, which it employs in order to determine the legislation applicable to the family benefits payable to the worker, 'is not of such a nature as to secure the equal treatment laid down by Article 48 of the Treaty and therefore may not be employed within the context of the coordination of national legislation which is laid down in Article 51 of the Treaty with a view to promoting the free move
...[+++]ment of workers within the Community in accordance with Article 48';