3.2.3.13. zakken (B) voor het opvangen van de monsters verdund uitlaatgas en verdunningslucht gedurende de proef. De inhoud daarvan moet groot genoeg zijn om het monsternemingsdebiet niet te verkleinen. De zakken moeten zijn vervaardigd van een materiaal dat geen invloed heeft op de metingen zelf of op de chemische samenstelling van de gasmonsters (bij voorbeeld folie bestaande uit een polyetheen-polyamideverbinding of uit fluorkoolwaterstofpolymeren);
3.2.3.13. bags (B), for collecting samples of the diluted exhaust gas and the dilution air during the tests ; they must be of sufficient capacity not to impede the sample flow ; the bag material must be such as to affect neither the measurements themselves nor the chemical composition of the gas samples (for instance : laminated polyethylene/polyamide films, or fluorinated polyhydrocarbons);