Dergelijke personen moeten recht op daadwerkelijke voorlopige rechtsbijstand hebben vanaf de vrijheidsbeneming in de uitvoerende lidstaat en minstens totdat de bevoegde autoriteit het rechtsbijstandsverzoek heeft behandeld en heeft bepaald of de verzoeker voor rechtsbijstand in aanmerking komt en, indien van toepassing, de benoeming van de pro-deo-advocaat van kracht is geworden.
Such persons should have the right to effective provisional legal aid from the time of deprivation of liberty in the executing Member State, and at least until the competent authority has treated the application for legal aid and determined the eligibility and, if applicable, the appointment of the legal aid lawyer has taken effect.