Wanneer een lidstaat problemen heeft om met geslachte gezonde geiten de voorgeschreven minimale steekproefgrootte te bereiken, kan hij maximaal de helft van die steekproef vervangen door gestorven geiten ouder dan 18 maanden, in een verhouding 1:1 en los van de in punt 3 voorgeschreven minimale steekproefgrootte.
Where a Member State experiences difficulty in collecting sufficient numbers of healthy slaughtered caprine animals to reach its allotted minimum sample size, it may choose to replace a maximum of 50 % of its minimum sample size by testing dead caprine animals over the age of 18 months at the ratio of one to one and in addition to the minimum sample size set out in point 3.