K. overwegende dat de maximale doeltreffendheid van het beginsel van wederzijdse erkenning grotendeels afhangt van de vorming van een gemeenschappelijke Europese rechtsplegingscultuur die is gebaseerd op wederzijds vertrouwen, gedeelde uitgangspunten, samenwerking en een zeker niveau van harmonisatie – bijvoorbeeld bij de omschrijving van bepaalde misdrijven en op het gebied van straffen – en van een daadwerkelijke bescherming van grondrechten, met name van procedurerechten, minimumnormen voor de omstandigheden en herziening van detentie, rechten van gedetineerden en toegankelijke verhaalmechanismen voor individuen,
K. whereas, to be fully effective, the mutual recognition principle largely depends on the creation of a common European judicial culture based on mutual trust, common principles, cooperation and a certain level of harmonisation - for instance, in the definition of certain crimes and in the sanctions - and by a genuine protection of fundamental rights, notably with regard to procedural rights, minimum standards for conditions and review of detention, prisoners' rights and accessible mechanisms of redress for individuals,