3. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kan de Commissie, op verzoek van een bevoegde instantie van een lidstaat en volgens de in artikel 25, lid 2, bedoelde beheersprocedure, toestemming geven voor de uitvoer van producten en apparaten die chloorfluorkoolwaterstoffen bevatten, indien is aangetoond dat het verbieden van de uitvoer, gezien de economische waarde en de verwachte resterende levensduur van de goederen in kwestie, voor de exporteur een onevenredig zware belasting zou betekenen.
3. By way of derogation from paragraph 1, the Commission may, following a request by a competent authority of a Member State and in accordance with the management procedure referred to in Article 25(2), authorise the export of products and equipment containing hydrochlorofluorocarbons where it is demonstrated that in view of the economic value and the expected remaining lifetime of the specific good, the prohibition of export would impose a disproportionate burden on the exporter.