Zelfs al raakt een wijziging van werkzaamheden niet de materiële belangen en/of de rang van de ambtenaar, deze kan immers, doordat zij de voorwaarden voor de uitoefening en de aard van de werkzaamheden wijzigt, zijn morele belangen en toekomstperspectieven raken en dus bezwarend voor hem zijn, daar bepaalde werkzaamheden bij een gelijke indeling wegens de aard van de gedragen verantwoordelijkheden eerder tot bevordering leiden dan andere.
Even if it does not affect the official’s material interests and/or rank, a change of duties may, in altering the conditions for the performance of his duties and also their nature, impair his non-material interests and future prospects and thus adversely affect him, since certain duties may, whilst being equally classified with others, lead more readily to promotion because of the nature of the responsibilities exercised.