Vervolgens wijst het Hof erop, dat wanneer het huwelijk authentiek is en op het moment waarop een onderdaan van een lidstaat die is gehuwd met een onderdaan van een derde land, terugkeert naar zijn land van herkomst, waar zijn echtgenoot niet de aan het gemeenschapsrecht ontleende rechten heeft omdat hij niet wettig op het grondgebied van een andere lidstaat heeft verbleven, de autoriteiten van de staat van herkomst rekening moeten houden met het recht op eerbiediging van het gezinsleven in de zin van artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.
The Court then states on the basis of these considerations that where a marriage is genuine and where a national of a Member State married to a national of a non-member country returns to his State of origin, where the spouse does not enjoy Community rights, not having resided lawfully on the territory of another Member State, the authorities of the State of origin must none the less take account of the right to respect for family life under Article 8 of the Convention on Human Rights.