1. De gedeelten van vaartuigen of recipiënten die bestemd zijn voor de opslag van visserijproducten dienen, wanneer zij worden gebruikt, schoon te zijn en goed te worden onderhouden. Zij mogen met name niet verontreinigd worden door brandstof of lenswater.
1. When in use, the parts of vessels or containers set aside for the storage of fishery products must be kept clean and maintained in good repair and condition. In particular, they must not be contaminated by fuel or bilge water.