Deze problemen hebben meestal betrekking op het ontbreken van mogelijkheden om iets nuttigs te leren, een lage of ontbrekende vergoeding, slechte arbeidsomstandigheden op andere gebieden dan beloning/vergoeding (bijvoorbeeld geen adequate sociale zekerheid, lange werktijden, geen gelijke behandeling enz.) en — als gevolg van de genoemde problemen samen met de verschillen in nationale wetgeving op het gebied van stages — op een relatief laag niveau van mobiliteit binnen de EU voor stagiairs.
These problems mostly relate to the lack of a high quality learning content, low or no remuneration, poor working conditions other than remuneration/compensation (e.g. lack of proper social protection coverage, long working hours, no equal treatment etc.) and – as a consequence of the previous problems combined with the differences in national traineeship legislations – a relatively low level of intra-EU mobility of trainees.