7. dringt er bij de lidstaten op aan natuurbescherming te zien als een beleidsgebied, een bron van economisch potentieel en als een recht voor toekomstige generaties, en benadrukt dat wat dat betreft alleen met de actieve medewerking van burgers in hun rol als consument, gebruiker, landbouwer, grondeigenaar, toerist, tuinier, visser, jager, werknemer en werkgever resultaten kunnen worden bereikt;
7. Urges the Member States to see nature conservation as a policy area, a source of economic potential and a right to be enjoyed by future generations, where results can be achieved only with the active cooperation of citizens in their roles as consumers, users, farmers, landowners, tourists, gardeners, fishermen, huntsmen, employees and employers, etc;