In afwijking van lid 2 kunnen personen die onder het Unierecht inzake vrij verkeer vallen, bij overschrijding van de binnengrenzen van de lidstaten waarvoor de verificatie overeenkomstig de toepasselijke Schengenevaluatieprocedures reeds met succes is voltooid, maar waarvoor het besluit tot opheffing van de controles aan hun binnengrenzen overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de desbetreffende Toetredingsakten nog niet is genomen, bij uitreis slechts op niet-systematische wijze worden onderworpen aan de controles bij uitreis als bedoeld in dat lid, op basis van een risicobeoordeling.
By way of derogation from paragraph 2, persons enjoying the right of free movement under Union law who cross the internal land borders of the Member States for which the verification in accordance with the applicable Schengen evaluation procedures has already been successfully completed, but for which the decision on the lifting of controls on their internal borders pursuant to the relevant provisions of the relevant Acts of Accession has not yet been taken, may be subject to the checks on exit referred to in paragraph 2 only on a non-systematic basis, based on a risk assessment.