I. overwegende dat er, volgens de
Interparlementaire Unie, van de 43 961 parlementsleden wereldwijd (lager- en hogerhuis samen) slechts 16,4% vrouw is (namelijk 7195); overwegende dat de Scandinavische landen de
meeste vrouwelijke parlementsleden tellen (40%), gevolgd door de beide Amerika’s (19,6%) en Europa (OVSE-landen, uitgezonderd de Scandinavische landen) met een gemiddelde van 16,9 %, iets boven dat van Afrika beneden de Sahara (16,4%)
, Azië (16,3%), het Pacifische ...[+++] gebied (12%) en de Arabische landen (8,3%),
I. whereas, according to the Inter-Parliamentary Union, of the 43961 members of parliaments worldwide (lower house and upper house combined), only 16.4% are women (i.e. 7,195); whereas Scandinavian countries have the highest number of female MPs (40%), followed by the Americas (19,6%) and Europe (OSCE countries, excluding Scandinavian countries) for an average of 16,9 %, slightly above sub-Saharan African (16,4%), Asia (16.3%) the Pacific (12%) and the Arab States (8.3%),