Clausule 4, punt 2, van die kaderovereenkomst en artikel 7 van richtlijn 2003/88 moeten aldus worden uitgelegd dat het
recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon volgens dezelfde beginselen moet worden berekend, ongeacht of het gaat om de vaststelling van de vergoeding ter vervanging van niet-opgenomen jaarlijkse vakantie met behoud van loon die is verschuldigd in geval van beëindiging van het dienstverband, dan wel om de vaststelling van het resterende
recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon in geval van behoud van het
...[+++] dienstverband.Clause 4. 2 of the Framework Agreement and Article 7 of Directive 2003/88 must be interpreted as meaning that the calculation of the entitlement to paid annual leave is to be performed according to the same principles, whether what is being determined is the allowance in lieu of paid annual leave not taken where the employment relationship is terminated, or the outstanding annual leave entitlement where the employment relationship continues.