12. stelt vast dat de 28 belastingstelsels in de EU een grote verscheidenheid vertonen, zowel wat de definitie van de belastinggrondslag als wat de hoogte van het belastingtarief betreft, en dat die verscheidenheid nog groter is als de aan EU-lidstaten verbonden bijzondere rechtsgebieden met autonome belastingstelsels (overzeese gebieden en direct van de Britse Kroon afhankelijke gebieden) in aanmerking worden genomen; betreurt het dat er voor basisbegrippen en ‑elementen, zoals het evenwicht tussen bron- en in
gezetenenbelasting, vaste vestiging en belastbare entiteiten, economische substantie en antimisbruikregels,
...[+++] de definitie van rente en royalty's, de behandeling van immateriële activa en de behandeling van schulden en activa, om nog maar te zwijgen van wat er al dan niet van de belastinggrondslag kan worden afgetrokken, in de EU momenteel geen gemeenschappelijke definitie of richtsnoeren zijn, waardoor de lidstaten met ongecoördineerde belastingstelsels zitten; benadrukt dat deze definities moeten worden geharmoniseerd; 12. Notes the great diversity of the 28 tax systems in the EU, as regards both the de
finition of the tax base and the level of the tax rate, which is even g
reater if one takes into account those special jurisdictions with aut
onomous tax systems that are connected to EU Member States (overseas territories and Crown dependencies); deplores the fact that basic notions and elements, such as the balance between source and residence tax
...[+++]ation, permanent establishment and taxable entities, economic substance and anti-abuse rules, the definition of interest and royalties, the treatment of intangibles, the treatment of debt and equity, let alone what can or cannot be deducted from the tax base, are currently not subject to any joint definition or guidelines in the EU, leaving Member States with uncoordinated tax systems; stresses that it is necessary to harmonise these definitions;