2. De lidstaten kunnen in overleg met de betrokken organisaties van reders en zeevarenden, ten aanzien van schepen met een brutotonnage van minder dan 200 ton die geen internationale reizen maken, krachtens artikel II, lid 6, van het MLC 2006 besluiten de toezichtmechanismen, met inbegrip van inspecties, aan te passen teneinde rekening te houden met de specifieke situatie in verband met deze schepen.
2. With respect to ships of less than 200 gross tonnage not engaged in international voyages, Member States may, in consultation with the shipowners’ and seafarers’ organisations concerned, decide to adapt, pursuant to Article II, paragraph 6 of MLC 2006, monitoring mechanisms, including inspections, to take account of the specific conditions relating to such ships.