Iemand die tijdens een nader te bepalen periode legaal in een lidstaat heeft verbleven en in het bezit is van een vergunning tot langdurig verblijf, zou in deze lidstaat een aantal uniforme rechten moeten verkrijgen die zo dicht mogelijk bij de rechten van de EU-burgers liggen, bijvoorbeeld het recht op verblijf, op onderwijs en op werk als werknemer of zelfstandige, alsook het principe van non-discriminatie ten opzichte van de burgers van het land van verblijf.
A person, who has resided legally in a Member State for a period of time to be determined and who holds a long-term residence permit, should be granted in that Member State a set of uniform rights which are as near as possible to those enjoyed by EU citizens; e.g. the right to reside, receive education, and work as an employee or self-employed person, as well as the principle of non-discrimination vis-à-vis the citizens of the State of residence.