personen tegen wie een strafprocedure loopt voor een van de in de artikelen 3 tot en met 7 genoemde strafbare feiten, onder voorwaarden die geen negatieve gevolgen hebben voor of in strijd zijn met de rechten van de verdediging of de vereisten van een eerlijk en onpartijdig proces, en in het bijzonder met inachtneming van het beginsel van het vermoeden van onschuld, en
persons subject to criminal proceedings for any of the offences referred to in Articles 3 to 7, under conditions which are neither detrimental nor contrary to the rights of the defence or to the requirements of a fair and impartial trial, and, in particular, in compliance with the principle of the presumption of innocence; and