20. dringt er bij de EU op aan in te gaan tegen de criminalisering van het gebruik door mensenrechtenverdedigers van versleuteling, censuurontduiking en privacyinstrumenten, door te weigeren het gebruik van versleuteling in de EU te beperken, en overheden van derde landen die mensenrechtenverdedigers hiervan beschuldigen daarop aan te spreken;
20. Urges the EU to counter the criminalisation of human rights defenders’ use of encryption, censorship-bypassing and privacy tools, by refusing to limit the use of encryption within the EU, and to challenge third-country governments that level such charges against human rights defenders;