3. De in artikel 18, lid 1, onder c) en d), genoemde verplichtingen komen te vervallen wanneer de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van het verzoek, bij een verzoek om terugname van een verzoeker of een andere persoon als bedoeld in artikel 18, lid 1, onder d), kan aantonen dat de betrokkene het grondgebied van de lidstaten heeft verlaten op grond van een terugkeerbesluit of een verwijderingsbevel dat is uitgegeven na de intrekking of de afwijzing van het verzoek.
3. The obligations specified in Article 18(1)(c) and (d), shall cease where the Member State responsible for examining the application can establish, when requested to take back an applicant or another person as referred to in Article 18(1)(d), that the person concerned has left the territory of the Member States in compliance with a return decision or removal order which it issued following the withdrawal or rejection of the application.