In de tweede plaats voert verzoekster aan dat de verschijningsvorm van de betrokken waar, net als die van bepaalde van haar andere waren, niet is ingegeven door technische functies, maar door esthetische overwegingen, en dat hij specifiek beoogt, zich te onderscheiden en de aandacht te trekken.
Secondly, the applicant claims that the appearance of the product in question, as indeed that of a number of its other products, is not dictated by technical functions but aesthetic considerations and is designed with the specific intention that it should be distinctive and eye-catching.