2. In afwijking van het bepaalde in lid 1, kunnen de bevoegde autori
teiten toestaan dat financiële moederholdings in een lidstaat van een beleggingsondernemin
g in een dergelijke groep een waarde in aanmerking nemen die lager is dan de overeenkomstig lid 1, onder d), berekende waarde, maar die in geen geval minder bedraagt dan het totaal van de bij de artikelen 18 en 20 gestelde vereisten op niet-ge
consolideerde basis voor beleggingsondernemi ...[+++]ngen, financiële instellingen, vermogensbeheerders en ondernemingen die nevendiensten verrichten, die normaliter geconsolideerd zouden worden, plus het totaal van alle latente verplichtingen ten aanzien van beleggingsondernemingen, financiële instellingen, vermogensbeheerders en ondernemingen die nevendiensten verrichten, die normaliter geconsolideerd zouden worden. Voor de toepassing van dit lid dienen beleggingsondernemingen uit derde landen, financiële instellingen, vermogensbeheerders en de ondernemingen die nevendiensten verrichten, aan een theoretisch kapitaalvereiste te worden onderworpen.2. By way of derogation from paragraph 1, competent aut
horities may permit financial holding companies which are the parent financial
holding company in a Member State of an invest
ment firm in such a group to use a value lower than the value calculated under paragraph 1(d), but no lower than the sum of the requirements imposed in Articles 18 and 20 on an individual basis to investment firms, financial institutions, asset management companies and ancill
...[+++]ary services undertakings which would otherwise be consolidated and the total amount of any contingent liability in favour of investment firms, financial institutions, asset management companies and ancillary services undertakings which would otherwise be consolidated. For the purposes of this paragraph, the capital requirement for investment undertakings of third countries, financial institutions, asset management companies and ancillary services undertakings is a notional capital requirement.