Traduction de «Voorzieningen pensioen- en levensverzekering » (Néerlandais → Anglais) :

TERMINOLOGIE

voorzieningen pensioen- en levensverzekering
net equity of households in life insurance reserves and in pension funds reserves

technische voorzieningen betreffende levensverzekering wanneer de verzekeringnemers het beleggingsrisico dragen
technical provisions for life-assurance policies where the investment risk is borne by the policyholders

voorzieningen levensverzekering
net equity of households in life insurance reserves

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Aangezien bovendien het bedrag van het pensioen in toegezegde-premieregelingen kan afhangen van het jaar waarin de betrokkene met pensioen gaat, moet de marktregulering voorzieningen voor de uitbetalingsfase omvatten, zoals voorschriften voor de aankoop van een lijfrente (bijvoorbeeld of deze verplicht of vrijwillig is, en het tijdschema).
Moreover, given that the size of the pension in DC schemes can depend on the year in which the pensioner retires, market regulation needs to address the payout phase such as rules on purchasing an annuity (e.g. whether it is mandatory or voluntary, and the timing).

voorzieningen pensioen- en levensverzekering (F.61 en AF.61)
net equity of households in life insurance reserves and in pension funds reserves (F.61 and AF.61)

Deze categorie omvat tevens in beginsel de voorzieningen pensioen- en levensverzekering.
This category also includes, in principle, imputed income to households from net equity in life insurance reserves and in pension funds.

Deze categorie omvat tevens in beginsel aan huishoudens toegerekende inkomens uit voorzieningen pensioen- en levensverzekering.
This category also includes, in principle, imputed income to households from net equity in life insurance reserves and in pension funds.

B. overwegende dat de bij Besluit 2006/469/EG ingestelde enquêtecommissie een mandaat had om: 1) een onderzoek in te stellen naar vermeende inbreuken op of wanbeheer bij de toepassing van Richtlijn 92/96/EEG van de Raad van 10 november 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe levenverzekeringsbedrijf en tot wijziging van de Richtlijnen 79/267/EEG en 90/619/EEG (derde levensverzekeringsrichtlijn) , thans gecodificeerd bij Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering , door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van de Equitable Life Assurance Society (Equitable Life), met name wat betreft de reglementering en het toezicht op de financiële gezondheid van verzekeringsondernemingen, met inbegrip van hun solvabiliteit, de vorming van toereikende technische voorzieningen en de dekking van deze voorzieningen met congruente activa
B. whereas the mandate of the Committee of Inquiry set up pursuant to Decision 2006/469/EC was to: (1) investigate alleged contraventions or maladministration in the application of Council Directive 92/96/EEC of 10 November 1992 on the coordination of laws, regulations and administrative provisions relating to direct life assurance and amending Directives 79/267/EEC and 90/619/EEC (third life assurance Directive) , now codified by Directive 2002/83/EC of the European Parliament and of the Council of 5 November 2002 concerning life assurance , by the United Kingdom's competent authorities in relation to the Equitable Life Assurance Society (Equitable Life), notably as regards the regulatory regime and the monitoring of the financial health of insurance undertakings, including their state of solvency, the establishment of adequate technical provisions and the covering of those provisions by matching assets; (2) assess whether the Commission had properly fulfilled its duty to monitor the correct and timely transposition of Community law and identify whether systematic weaknesses contributed to the situation that had arisen; (3) assess allegations that the UK regulators consistently failed, over a number of years, and at least since 1989, to protect policy holders by exercising rigorous supervision of accounting and provisioning practices and the financial situation of Equitable Life; (4) assess the status of claims by non-UK European citizens and the adequacy of remedies available under UK and/or EU legislation for policy-holders from other Member States; and (5) make any proposals that it deemed to be necessary in this matter,

B. overwegende dat de enquêtecommissie een mandaat had om: 1) onderzoek te doen naar vermeende inbreuken op of wanbeheer bij de toepassing van Richtlijn 92/96/EEG van de Raad van 10 november 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe levenverzekeringsbedrijf en tot wijziging van de Richtlijnen 79/267/EEG en 90/619/EEG (derde levensverzekeringsrichtlijn), inmiddels gecodificeerd bij Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering, door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van de Equitable Life Assurance Society (Equitable Life), met name met betrekking tot het regelgevingsregime en het toezicht op de financiële gezondheid van verzekeringsmaatschappijen, met inbegrip van hun solvabiliteit, het treffen van adequate technische voorzieningen en de dekking van deze voorzieningen door overeenkomstige activa
B. whereas the mandate of the Committee of Inquiry was to: (1) investigate alleged contraventions or maladministration in the application of Council Directive 92/96/EEC of 10 November 1992 on the coordination of laws, regulations and administrative provisions relating to direct life assurance and amending Directives 79/267/EEC and 90/619/EEC (third life assurance Directive), now codified by Directive 2002/83/EC of the European Parliament and of the Council of 5 November 2002 concerning life assurance, by the United Kingdom's competent authorities in relation to the Equitable Life Assurance Society (Equitable Life), notably as regards the regulatory regime and the monitoring of the financial health of insurance undertakings, including their state of solvency, the establishment of adequate technical provisions and the covering of those provisions by matching assets; (2) assess whether the Commission has properly fulfilled its duty to monitor the correct and timely transposition of Community law and identify whether systematic weaknesses contributed to the situation that has arisen; (3) assess allegations that the UK regulators consistently failed, over a number of years, and at least since 1989, to protect policy holders by exercising rigorous supervision of accounting and provisioning practices and the financial situation of Equitable Life; (4) assess the status of claims by non-UK European citizens and the adequacy of remedies available under UK and/or EU legislation for policy-holders from other Member States; and (5) make any proposals that it deems necessary in this matter,

een onderzoek instellen naar de wijze waarop richtlijn 92/96/EEG van de Raad van 10 november 1992, thans gecodificeerd in richtlijn 2002/83/EG van 5 november 2002 betreffende levensverzekering, door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk ten aanzien van Equitable Life is toegepast, met name wat betreft de reglementering en het verrichten van adequaat toezicht op de financiële gezondheid van verzekeringsondernemingen, met inbegrip van hun solvabiliteit, de vorming van toereikende technische voorzieningen en de dekking van deze voorzieningen met congruente activa;
investigate the way in which Council Directive 92/96/EEC of 10 November 1992, now codified into the Codified Life Assurance Directive 2002/83/EC of 5 November 2002, has been applied by the United Kingdom's competent authorities in relation to Equitable Life, notably as regards the regulatory regime and the provision for adequate monitoring of the financial health of insurance undertakings, including their state of solvency, the establishing of adequate technical provisions and the covering of those provisions by matching assets;

De technische voorzieningen betreffende de levensverzekering moeten worden berekend aan de hand van een voldoende voorzichtige prospectieve actuariële methode, rekening houdend met alle toekomstige verplichtingen volgens de voor iedere lopende verzekeringsovereenkomst gestelde voorwaarden, met inbegrip van:
the amount of the technical life-assurance provisions shall be calculated by a sufficiently prudent prospective actuarial valuation, taking account of all future liabilities as determined by the policy conditions for each existing contract, including:

in geval van niet-zillmeren of in geval van zillmeren waarbij de in de premie begrepen afsluitkosten niet worden bereikt, het verschil tussen de niet-gezillmerde of gedeeltelijk gezillmerde wiskundige voorziening en een gezillmerde wiskundige voorziening waarbij het percentage van het zillmeren gelijk is aan de in de premie begrepen afsluitkosten; dit bedrag mag voor alle overeenkomsten waarbij zillmeren mogelijk is, echter niet groter zijn dan 3,5 % van de som van de verschillen tussen het kapitaal van de branche „levensverzekering” en de wiskundige voorzieningen; dit verschil wordt eventueel verminderd met het bedrag van de niet afgeschreven afsluitkosten die als een debetpost worden opgenomen.
where Zillmerising is not practised or where, if practised, it is less than the loading for acquisition costs included in the premium, the difference between a non-Zillmerised or partially Zillmerised mathematical provision and a mathematical provision Zillmerised at a rate equal to the loading for acquisition costs included in the premium. This figure may not, however, exceed 3,5 % of the sum of the differences between the relevant capital sums of life assurance activities and the mathematical provisions for all policies for which Zillmerising is possible. The difference shall be reduced by the amount of any undepreciated acquisition costs entered as an asset.

in geval van niet-zillmeren of in geval van zillmeren waarbij de in de premie begrepen afsluitkosten niet worden bereikt, uit het verschil tussen de niet-gezillmerde of gedeeltelijk gezillmerde wiskundige voorziening en een gezillmerde wiskundige voorziening waarbij het percentage van het zillmeren gelijk is aan de in de premie begrepen afsluitkosten; dit bedrag kan echter niet groter zijn dan 3,5 % van de som van de verschillen tussen de kapitalen van de branche „levensverzekering” en de wiskundige voorzieningen, voor alle overeenkomsten waarbij zillmeren mogelijk is; dit verschil wordt eventueel verminderd met het bedrag van de niet afgeschreven afsluitkosten die als een debetpost worden opgenomen.
where Zillmerising is not practised or where, if practised, it is less than the loading for acquisition costs included in the premium, the difference between a non-Zillmerised or partially Zillmerised mathematical provision and a mathematical provision Zillmerised at a rate equal to the loading for acquisition costs included in the premium; this figure may not, however, exceed 3,5 % of the sum of the differences between the relevant capital sums of life assurance activities and the mathematical provisions for all policies for which Zillmerising is possible; the difference shall be reduced by the amount of any undepreciated acquisition costs entered as an asset.