Volgens de jurisprudentie van het Hof [87] belet het Gemeenschapsrecht de lidstaten niet om de werkingssfeer van hun wetgeving of de door de sociale partners gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten, met name de afspraken inzake het minimumloon, uit te breiden tot iedere persoon die op hun grondgebied arbeid in loondienst verricht, zelfs tijdelijk, ongeacht het land van vestiging van de werkgever.
According to the case-law of the Court of Justice [87], Community law does not prevent Member States from extending their legislation, or collective labour agreements entered into by the social partners , including as regards minimum wages, to any person who carries out work, even temporarily, within their territory, irrespective of the country in which the employer is established.