Om concurrentieverstoring te voorkomen dienen de lidstaten die dergelijke steun verlenen, een algemeen plafond van ongeveer 0,3% van de waarde van de totale landbouw- of visserijproductie in acht te nemen.
To avoid distortions of competition, Member States granting such aid will have to respect an overall ceiling roughly equal to 0.3% of agricultural or fisheries output.